De Wereld van Tony de Voeger: "De Mona Lisa van de Chaussée d'Amour"
- Tony De Voeger
- 5 jun
- 3 minuten om te lezen

Even vergeet ze haar broodwerk. De vrouw loopt naar de keuken en opent een lade. Ze telt één vork en één mes.
Ze voelt zich hier altijd wel eenzaam, maar tijdens haar verjaardag voelt ze zich precies zo alleen als de Mona Lisa. Een paar jaar geleden stond ze voor het beroemdste schilderij ter wereld en brak in tranen uit.
'Niemand op deze aarde is zo eenzaam en alleen als Lisa Gherardini', schreef ze die avond op een briefkaart, die ze de volgende ochtend in een Frans postkantoor naar haar eigen adres in Sint-Truiden verzond.
De kaart hangt op haar prikbord in de gang. Ze loopt er vaak genoeg langs, maar ze voelt zich maar een keer per week sterk genoeg om naar de kaart te kunnen kijken.
De vrouw is van mening dat de persoon op het schilderij van Leonardo da Vinci de allereerste prostituee ooit is. Lisa lacht.
Lisa doet alsof ze altijd gelukkig is. Ze heeft geen zin in domme vragen. Het gaat goed met haar. Echt. Ja, ze heeft het soms moeilijk, maar ze mag niet klagen. De geur van geld maakt haar lijf minder broos.
Zo'n twintigduizend mensen per dag kijken naar de Mona Lisa. Ze zien haar lach en stellen geen vragen. Ze lacht, dus ze zal wel gelukkig zijn. Maar niemand weet wie die vrouw is. Wie ze echt is. Ja, ze is de derde echtgenote van een rijke zakenman, maar wat zegt dat over Lisa? Het zegt evenveel over haar als over haar glimlach. Helemaal niets.
De vrouw las ooit eens in een boek dat Lisa op haar vijftiende al aan de rijke zakenman werd gekoppeld. En in de tien jaren daarna beviel ze zes keer. Twee van deze kinderen verloor ze helaas vroegtijdig.
"Lach eens!" Je hoort het Da Vinci tegen haar zeggen. “Doe ik het zo goed Leonardo?" “Het kan wel iets enthousiaster." “Ik moet bekennen dat ik eigenlijk nooit lach." “Waarom niet? Je bent getrouwd met een rijke zakenman. Je hebt alles. Duizenden meisjes kunnen alleen maar dromen van jouw leven." “Die meisjes hebben recht op mooiere dromen." “Probeer toch nog maar eens te lachen." “Maar meer dan dit kan ik je echt niet geven, Leonardo." “Het is al goed, ik verzin je lach wel zelf."
De eenzame vrouw voelt zich sterk genoeg om naar de briefkaart te kijken die in de gang hangt. Ze fluistert tegen de kaart. “Tegenwoordig hang je achter kogelvrij glas. Niemand kan je nog aanraken. Het is zo krom. Gedurende je leven had je kogelvrij glas nodig. Een grote doorzichtige muur. Ikzelf weet alles van werken achter glas Lisa. Ondoordringbaar voor viezeriken en smeerlappen die alles met je konden doen achter hun torenhoge muren van geld."
De kaart zegt vandaag niets terug. Even vergeet ze haar broodwerk. De vrouw loopt naar de keuken en opent een lade. Ze telt één vork en één mes. Daarna loopt ze naar de badkamer. De vrouw kijkt naar zichzelf in de spiegel op het medicijnkastje. Ze probeert te lachen als Lisa Gherardini, maar het lukt haar niet. Gelukkig maar. Zo eenzaam en alleen is ze nu ook weer niet. Straks wacht de Steenweg. Straks wacht het raam en de klant. Verjaardag of niet.
De vrouw staat nog even op haar balkon en zwaait naar een wildvreemde man die zijn hond op de Tiensevest aan het uitlaten is. De man zwaait terug. De hond niet.
Foto: Mine Dalemans
Comments