top of page
t_high.png

De monumentale waarheid volgens Rudi Gilen: “Je kan niet blijven speechen over de 6de Monumentenstad van Vlaanderen om ze dan te laten verkommeren.”

Foto van schrijver: Dirk SelisDirk Selis

Bijgewerkt op: 17 feb



Dat vleugje slordigheid dat toch chique staat. De Britse politicus Boris Johnson komt er mee weg. Stadsontwikkelaar Rudi Gilen (72) ook. Met Les Anciens kocht hij onlangs het Kasteel van Terbiest. Wij wilden weten waarom.


Mijn opleiding? Ik heb teveel economie gestudeerd aan de universiteiten van Antwerpen, Brussel en Gent. Maar dat zou ik nu niet meer opnieuw doen. Ik heb ook Filosofie gestudeerd aan de universiteiten van Leuven en Brussel. Dat was wel aangenaam. Ken je de drie gradaties in de wijsbegeerte? Filosofen zijn diegenen uit de categorie net boven de dorpsfilosofen en die staan dan weer net boven de categorie van de dorpsgekken. (lacht) Och, al die diploma’s. Allemaal ziever. Meteen beginnen werken op mijn 18de was veel beter geweest. Maar goed, na mijn studies en mijn legerdienst rolde ik in het bouwbedrijf van mijn ouders. Dat was gewoon zo. Als je jong bent, denk je daar trouwens niet zoveel over na.”


Wat was het keerpunt voor jouw bedrijf?

“In 1987 vierde mijn vader het feit dat hij de 750ste woning in Sint-Truiden heeft neergezet. Vanaf dan zijn we nog meer gaan inzetten op vlak van projectontwikkeling én het aankopen van zoveel mogelijk gronden. Dat is trouwens de enige manier waardoor je in een stad kan schuiven met gronden. Als we dat niet deden, was er vandaag geen nieuwe school in de Fabriekstraat. Het Technicum, Heilig Graf en de Broeders. Drie afgeleefde scholen. Die moesten vervangen worden door iets nieuw. Maar dan moet je grond hebben. Waar is grond? Nergens van die omvang. Maar door onze aanpak konden we een deal maken met het Vrij Onderwijs waarbij we de drie schoollocaties aankochten en zij konden verhuizen naar de achterkant van het spoor. Want anders hadden zij wel een probleem. Je kan niet én een nieuwe school bouwen en de bestaande school openhouden.”


Het klinkt zowaar eenvoudig, die ganse operatie. Was het dat ook?

“Niet meteen. (zucht). Er is daar ook met veel modder naar mij gegooid. Het centrum zou leegbloeden. De mama’s die hun kinderen naar school brengen zouden daarna niet meer kunnen gaan shoppen in het centrum. Kom aan hè, die mama’s moeten de kinderen afzetten en zorgen dat ze op tijd op hun werk zijn. Compleet krankjorum. In ieder geval staat er vandaag een school voor Wetenschap en Techniek. Mensen onderschatten de belangrijkheid hiervan.”

"Er is daar ook met veel modder naar mij gegooid. Het centrum zou leegbloeden. De mama’s die hun kinderen naar school brengen, kunnen daarna niet meer shoppen in het centrum. Komaan hè, die mama’s moeten de kinderen afzetten en zorgen dat ze op tijd op hun werk zijn.

Hoezo?

“Wel, het zo geprezen secundair onderwijs met Latijn en Grieks, dat toch nog altijd voor de zogeheten betere klasse is weggelegd. Complete onzin. Want de echte slimme koppen, die blijven niet in Sint-Truiden. Die trekken naar Leuven, Brussel, Antwerpen of Gent en zie je nooit meer terug. Niet erg. Dat die mensen daar maar computers gaan ontwikkelen. Maar dat die computers ook nog onderhouden en hersteld moeten worden. Daar hebben we technische beroepen voor nodig. Die mensen studeren hier af, en gaan dan verder studeren aan de Hogeschool PXL. En net die mensen moeten we in Sint-Truiden kunnen houden. Want de vergrijzing raast verder, de Truiense bevolking wordt steeds ouder. Dus om die jonge afgestudeerden hier te houden moeten we een interessant aanbod aan woongelegenheid kunnen voorleggen. Maar ook het aanbod aan verzorging, ontspanning en cultuur zijn belangrijk. En ja, mooie monumenten.”




Aantrekken in een stad waar steeds meer leegstand dreigt?

“Die leegstand begint stilaan pijnlijk zichtbaar te worden. Kijk, een aantal mensen zijn eigenaar van een historisch pand. Meestal van eentje en die moeten daarvan leven. Die verhuren dan vaak aan een keten. Boven die winkels gebeurt dan niets meer wegens niet economisch interessant. In de Luikerstaat zijn er mooie monumentale huizen maar er wonen geen mensen in. Toch is dat belangrijk. Om het gezellig te houden. Want als er opnieuw meer mensen wonen in de winkelstraat, heb je een totaal andere situatie. Die komen ‘s avonds wel opnieuw buiten. Maar nu dus niet. En dan kom in die vicieuze cirkel terecht. Doordat steeds minder mensen in het centrum wonen, sneuvelt ook stilaan de horeca. Gevolg Sint-Truiden wordt minder aantrekkelijk. Minder jonge mensen komen er wonen, en anderen trekken weg. We moeten daar dus nu op ingrijpen voordat het straks te laat is. Vandaar dat je ook voortdurend jouw stad moet verfraaien.”


"In de 18de eeuw liep er een groene Boulevard over de Grote Markt.

Door bomen op de Grote Markt te plaatsen?

“Zeer zeker. In de 18de eeuw liep er een groene Boulevard over de Grote Markt. Wacht even het staat op de Ferrariskaarten. (Rudi haalt het enorme boek met de Ferrariskaarten boven). Die Ferrariskaarten zijn een verzameling van 275 uiterst gedetailleerde topografische kaarten van de Oostenrijkse Nederlanden, opgesteld tussen 1771 en 1778 onder leiding van graaf Joseph de Ferraris. En voilà, hier staan de bomen. Niet alleen bomen op de Grote Markt trouwens. Alle straten kunnen meer bomen gebruiken. We hebben ventilatoren van natuurlijk oorsprong nodig. Plant die bomen dus nu. En waarom niet met behulp van de bedrijfswereld. Ik ben ervan overtuigd dat er in Sint-Truiden flink wat grote bedrijven zijn die een flinke boom willen sponsoren op de Grote Markt. En dan zet je jou onder de boom van Impermo of onder die van Globachem. Waarom niet? Maar niet alleen bomen zijn belangrijk. Restaureer en onderhoud de monumenten die je hebt. Want vandaag evolueer je naar een stad waarvan de monumenten aan het invallen zijn.”


Is dat nu het geval dan?

“Er zijn toch veel gebouwen waar het nu tijd is.


"We zijn het voor onszelf verplicht om onze stad interessant te maken. Opnieuw, we moeten nu eenmaal de juiste mensen naar Sint-Truiden … ja lokken.

Zoals?

“Decennia geleden vroegen ze me om Kasteel ’t Speelhof gratis over te nemen. Maar ik vond dat toen een taak voor de overheid. En vandaag is dat nog steeds één ellende. Anno 2024 was het in en rond het Kasteel Terbiest meer dan tijd. Het kasteel staat nu meer dan 10 jaar leeg. Deze keer hebben we wel gekocht. De Stad Sint-Truiden had, al dan niet, een bod gedaan op het kasteel. Maar het zou te gek zijn dat je dat koopt maar daarna geen fondsen hebt om dat te renoveren. Dan kom je in het verhaal Speelhof en Abdij terecht. Dan is het nog niets. Dus hebben wij met het bestuur gecommuniceerd: Kijk, we gaan dat kopen en we gaan dat oplossen. Vandaag start het inhoudelijk gedeelte. Wat gaan we daarmee doen? Wat is maatschappelijk zinvol. Wees gerust, ik ga geen kasteelheer worden en ga er dus niet in wonen. Maar zo’n kasteel schept veel mogelijkheden. Er liggen veel terreinen op het kasteeldomein. En we gaan daar zeker gemeenschapsfuncties voorzien die vandaag niet mogelijk zijn. Maar we staan nog maar aan het begin van onze mogelijke lijdensweg. Want wat we tegenkomen, weten we niet. Maar we gaan zorgen dat op het einde van deze legislatuur het kasteel en zijn domein toch interessante vormen heeft aangenomen. De verenigingen moeten vandaag in afgeleefde barakken hun sport beoefenen. Moldavische toestanden. We zijn het voor onszelf verplicht om onze stad interessant te maken. Opnieuw, we moeten nu eenmaal mensen naar Sint-Truiden … ja lokken.”


"Van in de jaren 80 van de vorige eeuw zijn we erfpachthouder van de abdijsite. Binnenkort zijn die 99 jaar om hè

Stel je bent schepen van Monumenten. Wat is jouw eerste werk?

“De volledige abdijsite aanpakken. Die ganse site is een referentie die andere steden niet hebben. Van in de jaren 80 van de vorige eeuw zijn we er erfpachthouder van. Binnenkort zijn die 99 jaar om hè. Er schiet nog maar 60 procent van de tijd over. Er wordt veel over vergaderd. En dat heeft zijn nut. Maar op een zeker moment ben je uitvergaderd. Dan is het tijd om te handelen. Neem nu de academiezaal. In de jaren 90 als eerste monument van de teloorgang gered. Maar ondertussen is er dat reusachtig vochtprobleem. En een vochtprobleem gaat niet vanzelf weg en wordt niet beter met niets te doen. Dat moet je oplossen. Er is geen geld? Dat is steeds het geval. Als ik zie waar er wel geld voor geweest is de laatste decennia. (blaast) En wees gerust, ik ga niet kappen op politici die in het verleden een andere rangschikking van belangrijkheid hebben gemaakt. Maar ik vind het erg jammer dat de Abdij daar niet bij was. In het Frans zegt men: ‘Qui trop embrasse mal étreint’. Vrij vertaald: Wie te veel ineens wil doen, doet niets goed. Kies daarom je doelen en werk ze naar behoren uit. Zo zijn we ook tewerk gegaan op het Begijnhof. Denk maar aan de reconstructie van 4 woningen links en rechts van de toren. Die heb ik nog in hun originele staat gezien hè, maar toch vielen die op een winderige nacht in. We hebben ze opnieuw in ere hersteld. En nu zijn we aan de andere kant van het Begijnhof bezig met de restauratie van het Godshuis uit 1644. En met de nieuwbouw van een tweede Godshuis.”




Doet het stadsbestuur dan te weinig?

“Je kan niet blijven zeggen in jouw toespraken: ‘We zijn de 6de Monumentenstad van Vlaanderen en dan niets aan je monumenten doen. Dat is simpelweg idioot. Of het bestuur mij consulteert? Weinig, ik vind dat een beetje raar. Ik sta ervoor open hè. Want ik heb door die vele restauraties die ik doorheen de jaren heb uitgevoerd aan den lijve ondervonden, Aan den lijve wil zeggen aan mijn portemonnee. Alles wat je fout doet, betaal je cash. Eén keer, daarna doe je dat niet meer.”



Truiense monumenten restaureren. Is dat dan een excentrieke hobby van u?

“Een hobby? Neen, er zijn plezantere hobby’s en vooral goedkopere. Dit is een zakelijke aangelegenheid met weliswaar groot maatschappelijk belang waar de opbrengsten pas binnen 100 jaar zullen komen. Je moet dat dus eerst aankopen, er decennialang in investeren en pas na x-aantal jaren brengt dat op. Nu, iets wat al 400 jaar staat, en je renoveert dat goed. Dat staat opnieuw 400 jaar. Dat is 800 jaar hè. Dan ben je goed bezig. De circulaire economie geldt daar niet. Ik ben trouwens tegen recycleren. Je moet dingen maken die blijven staan. Zoals onze monumenten. Dat is de essentie van duurzaamheid. Gebouwen uit de 17de en 18de eeuw, die zijn gebouwd in het licht van de eeuwigheid. Die muren en die eiken balken zijn zo stevig. Je krijgt dat niet meer versleten. Over 500 jaar zijn die nog goed. En wij allang vergeten. Sic transit Gloria mundi "Zo vergaat de roem der wereld." Roem is vergankelijk. Grootheid, rijkdom en succes.  Uiteindelijk zal dat allemaal voorbijgaan. Alleen onze Truiense monumenten zullen misschien nog rechtstaan. Tenminste als we er nu goed voor zorgen.”


Foto's: Debby Termonia en Tim Dirven

Comments


bottom of page