In zijn rubriek De Stoute Schoen laat Bernard Derwa zijn licht over Sint-Truiden schijnen
Wie het ongeluk treft zo diep af te glijden dat hij zijn hand bij het O.C.M.W. moet gaan uitsteken, heeft echt geen leven om jaloers op te zijn. Voortdurend iedere euro in uw zak tien keer moeten omdraaien alvorens hem te durven uitgeven, de ganse dag doelloos door de straten te zwerven zonder zicht op beterschap.
Van armoede wordt ge depressief, angstig, slapeloos en tenslotte ziek. Om die uitzichtloosheid te doorbreken, zoeken die mensen naar zingeving, dus naar werk. Zich nuttig maken en ‘en passant’ een centje bijverdienen, daar smachten ze naar.
Het O.C.M.W. had geen slecht systeem uitgedokterd : bedrijven konden voor slechts 9.600 euro loonkosten per jaar een O.C.M.W.-steuntrekker in dienst nemen. Boven op die 9.600 EUR loon moesten zij nog een bijdrage aan het O.C.M.W. betalen. Verenigingen 'voor het goede doel' zoals bijvoorbeeld ‘Den Teloor’ moesten, behalve het loon, niets bijbetalen aan het O.C.M.W. Zij waren immers geen commerciële instellingen met ‘ronkende balansen’. Voor hen was het loon al meer dan genoeg.
Maar plots heeft men die regeling veranderd : iedereen is verplicht een surplus te betalen. Teloor, kringloopwinkel, burgers, geen pardon, iedereen over dezelfde kam geschoren.
Onze vraag is, gaat het nog interessant zijn om een leefloontrekker aan te werven en gaan er wel veel caritatieve instellingen die meer kost aankunnen? Met andere woorden, snijdt men de arme niet weer een keer de pas af in zijn zoektocht naar werk?
Het O.C.M.W. mag geen taksen heffen, het is aan de stad om bij te passen. Maar van die kant een ijzige stilte. Sorry, sukkelaars, de stedelijke soezen zijn erdoor gedraaid, zo pas nog aan fonteintjes, waarvan de helft kapot is.
Eerlijkheidshalve, maar ook omdat we die ommekeer niet begrepen, namen we contact op met voorzitter Pascy Monette en zijn beleidsmedewerker, mevrouw Sofie Strauven.
We kregen de volgende uitleg : "Sommige sociale verenigingen zitten wel degelijk goed bij kas. Zij kunnen zonder moeite een bijdrage afstaan aan het O.C.M.W.
Voor de minst gegoede instellingen, die elk jaar nogal krap zitten, kan de stad een uitzondering voorzien : niet betalen, dus. Bovendien doet het O.C.M.W. al wat het kan om zijn begunstigden aan het werk te krijgen : ze worden vanaf nu geholpen door twee krachten waar vroeger maar 1 halftijdse sociale werker voor hen in de bres sprong."
Het O.C.M.W. valt niets te verwijten. Ze rollen daar helemaal niet op het geld.
De Stad zou veel beter dáár een dikke som naartoe sturen dan naar de waterachtige, kale Groenmarkt. Geen kat die weet wat dat 'spuitmachien' gekost heeft.
Maar we zoeken verder.
Comentários