Nog zo'n frats vanuit de hogere leidinggevenden, deze keer in de Groendienst. Van 'hogerhand' worden drie ploegleiders en acht werkmensen met camions, met bomen en met twee graafmachines, bij het ochtendgloren, half acht, richting Pioenstraat en Lupinestraat gestuurd. In die straat van de wijk, kortbij het sportplein Nieuw St-Truiden, moeten 'hier en daar' bomen komen.
Bij het tweede gat, hebben de jongens al 'prijs'. Ze trekken daar toch wel de huiseigenaar zijn nutsvoorziening uit de grond. Het dienstdoende 'hoofd', enfin, beter gezegd, de dienstdoende chef wordt verwittigd. Het werkpersoneel ligt stil. Uren liggen ze stil. Pas om half twaalf, 's middags kon er een bevel gegeven worden: "Allemaal naar huis!" Iedereen weet dat de buizen en leidingen niet boven op de grond, maar in de grond liggen. En dat er van de plaats plannen bestaan. Voorafgaandelijk onderzoek ? Nooit van gehoord. Maar maakt gij maar eens een foutje. Boter bij de vis, burgerman, betalen, boete. De verdraagzaamheid van de Bínk speelt in Stedes voordeel. Stadhuis doet wat het wil, de burger durft toch niks te zeggen. Want hier een bewijs. Ik vraag aa, een bewoner: "Zijt gij als eigenaar ermee akkoord dat ze in uwen hof een boom zetten?" En wat kreeg ik als antwoord? 'Och, de stad du toch wa se wilt!' Naast het huis met de kapotte buis, staat een man in de deuropening en hij heeft naast zijn huis drie dikke, oude bomen, zo oud dat de wortels onder zijn muur door een citerne hebben stukgeduwd, De man is naar de stad gegaan om dat te melden. Hij wil die bomen natuurlijk weg, ze vernielen zijn huis, ze staan te dichtbij. En van stadswege komt het antwoord: "Daar kunnen wij niets aan doen.” En de man kon gaan. Alzo mij letterlijk verteld,
Opmerkingen