Van Porto tot Lissabon: Een reis door het Hart van Portugal
- Dirk Selis
- 12 uur geleden
- 15 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 1 uur geleden

Aqui... onde a terra se acaba e o mar começa. “Hier… waar het land eindigt en de zee begint.”
Ik lees de woorden van de bekende Portugese dichter Luís de Camões die gegraveerd staan op een stenen zuil en bevind me op het meest westelijkste punt van Europa, Cabo da Roca in Portugal. Een plek waar de vaste grond abrupt stopt en het oneindige van de Atlantische Oceaan zich opent.
Hier vertrokken in de 15de en 16de eeuw de ontdekkingsreizigers Vasco da Gama, Ferdinand Magellaan en Pedro Álvares Cabral naar onbekende oorden. Wie vandaag door Portugal reist, doet dat in de schaduw van zijn glorieuze maritieme verleden, maar ook in het licht van de Anjerrevolutie – een zeldzame militaire staatsgreep zonder bloedvergieten – die een einde aan bijna vijftig jaar dictatuur bracht onder het regime van Salazar en zijn opvolger Caetano. Soldaten staken anjers in de loop van hun geweren, het volk zong op straat, en vrijheid kreeg plots weer kleur. Portugal ten voeten uit. Een land van tegenstellingen en harmonie, waar het verleden tastbaar blijft in elk straatje, elke kerk, elke klank van de fado. In het noorden ligt Porto, stad van steile hellingen en eeuwenoude wijnkelders, waar de Douro-wijn nog steeds rijpt langs de rivier die haar naam draagt. Hier hangt de geur van gebrande koffie in de lucht, weerklinken de klanken van de melancholische fado uit de steegjes, en nodigen de typische azulejos je uit om de verhalen op de muren te lezen.

We trekken zuidwaarts, richting Lissabon, een stad gebouwd op zeven heuvels, badend in het gouden licht van de rivier Taag waarlangs de wilde stieren grazen. Hier huist de eeuwenlange maritieme droom in de torens en pleinen, maar ook de fragiele schoonheid van het dagelijks leven: de was aan de balkons, de kabeltrams die piepend omhoog klimmen, de geur van verse pastéis de nata.
Tussen deze hoofdsteden ligt Fátima, pelgrimsoord en baken van devotie. De plek waar drie kinderen in 1917 de Maagd Maria zagen verschijnen, groeide uit tot een spiritueel centrum dat miljoenen mensen blijft ontroeren. Ook Batalha, Alcobaça, Nazaré en Sintra vertellen elk hun eigen hoofdstuk van Portugal – of het nu gaat om gotische pracht, liefdesgeschiedenissen, vissersdorpen of sprookjespaleizen. Laat me je acht dagen meenemen langs kust en klooster, wijn en wonder. Portugal, in al zijn schakeringen van blauw en goud.
Dag 1: Brussel > Porto: Eerste indrukken aan de Douro
We vliegen met Brussel Airlines in zo'n tweeënhalf uur van Brussel naar Porto, waar onze Nederlandstalige gids Odete ons hartelijk ontvangt. Nog voor we onze koffers hebben uitgepakt, worden we ondergedompeld in het karakter van de stad. Porto ligt tegen een natuurlijke helling aan de Douro, als een open theater dat zich naar de rivier keert. Onze verkenning begint in de moderne wijk Boavista, waar de Casa da Música van de bekende Nederlandse architect Rem Koolhaas zijn futuristische vormen toont. Even later staan we bij het robuuste Castelo do Queijo, een oud fort dat uitkijkt over de Atlantische Oceaan – een eerste blik op de kracht en poëzie van het Portugese landschap.

Dag 2: Porto > Aveiro > Fátima: Azulejos, wijn en Harry Potter
Na een stevig ontbijt verkennen we het oude hart van Porto. Op de statige Avenida dos Aliados bewonderen we de architectuur en voelen we het stadsritme. De markt van Bolhão, bruisend en authentiek, dompelt ons onder in lokale kleuren en geuren. Van daaruit wandelen we langs de buitenzijde van de Torre dos Clérigos naar het majestueuze station São Bento, waar we verstillen bij de azulejo-panelen – meer dan 20.000 tegels, een fresco van Portugese geschiedenis.

Ook de moeite is de Livraria Lello, geopend in 1906, een van de mooiste boekhandels ter wereld. Ze bevindt zich in de Rua das Carmelitas in Porto en trekt dagelijks lange rijen bezoekers. Wat de winkel zo bijzonder maakt, zijn de neogotische gevel, de gebogen houten trap met rode treden, de rijk versierde plafonds, glas-in-loodramen en een sfeer die doet denken aan een betoverd universum. J.K. Rowling, de auteur van de Harry Potter-boeken die begin jaren 90 enkele jaren in Porto woonde, waar ze Engels gaf aan een privéschool was gek op de plek. Hoewel ze zelf nooit expliciet bevestigde dat de winkel haar rechtstreeks inspireerde, zijn er opvallende gelijkenissen met scènes uit Hogwarts School of Witchcraft and Wizardry.

Een ontspannen rondvaart op de Douro toont ons Porto vanaf het water: bruggen, kelders, gevels in warm geel en oker. Na een typische lunch in de wijk Ribeira brengen we een bezoek aan een gerenommeerde Portwijnkelder, met natuurlijk een proeverij.

Tijd om Porto achter ons te laten en ons naar Aveiro te begeven, het 'Venetië van Portugal', waar kleurrijke moliceiro-boten op de kanalen dobberen. De stad wordt doorkruist door meerdere kanalen die verbonden zijn met de Ria de Aveiro. Traditionele moliceiro-boten, oorspronkelijk gebruikt voor het oogsten van zeewier, bieden tegenwoordig toeristische rondvaarten aan. Aveiro staat ook bekend om zijn prachtige Art Nouveau-gebouwen. Een wandeling door de stad onthult gevels versierd met kleurrijke azulejos (Portugese tegels), die niet alleen esthetisch zijn maar ook bescherming bieden tegen het zoute zeeklimaat. We bewonderen nog één keer de azulejo-gevels van het station voor we doorreizen naar Fátima, onze verblijfplaats voor de komende dagen.

Dag 3: Fátima > Batalha > Alcobaça: Verschijningen, Lord of the Rings en de dode koningin
We beginnen de dag met een bezoek aan het imposante klooster van Batalha, zonder twijfel een van de meest indrukwekkende en betekenisvolle monumenten van Portugal. Dit gotische kloostercomplex, dat in 1386 werd gesticht, is ontstaan uit een belofte van koning João I aan de Maagd Maria na zijn beslissende overwinning in de Slag bij Aljubarrota (1385). Die slag was cruciaal: het zorgde ervoor dat Portugal zijn onafhankelijkheid behield tegen het machtige Koninkrijk Castilië, dat het land probeerde te annexeren.

Een hoogtepunt is de Kapel van de Onbevlekte Ontvangenis, waar koninklijke graven liggen, waaronder die van koning João I zelf en zijn vrouw Filipa van Lancaster, evenals hun beroemde zoon Hendrik de Zeevaarder, een sleutelfiguur in de Portugese ontdekkingsreizen. Deze kapel combineert religieuze grandeur met het eerbetoon aan een dynastie die Portugal vormgaf. Geloof me, je waant je in een decor van Lord of the Rings.
De verschijningen in Fatima
Vervolgens keren we terug naar Fátima, waar we het heiligdom bezoeken. Op het immense plein, waar stilte luid spreekt, reflecteren we bij de plek van de verschijningen van Maria. Of je nu gelovig bent of niet, deze plek raakt. In 1917 vonden in het kleine dorpje Fátima zeven verschijningen plaats van de Maagd Maria aan drie jonge herderskinderen: Lúcia dos Santos en haar neef en nicht, Francisco en Jacinta Marto.

De eerste verschijning was op 13 mei 1917, toen de kinderen hoorden dat ze op die dag naar een nabijgelegen veld, de Cova da Iria, moesten gaan. Daar zagen ze volgens eigen zeggen een “vrouw in wit”, die hen vroeg dagelijks de rozenkrans te bidden om vrede te brengen in de wereld en om boete te doen voor zondaars. De volgende maanden, telkens op de 13e van de maand tot oktober, keerden de kinderen terug naar die plek en hadden ze opnieuw ontmoetingen met de verschijning. Tijdens die ontmoetingen gaf Maria hen boodschappen over gebed, bekering en vrede, en voorspelde ook moeilijke tijden zoals oorlog en vervolgingen. De meest wereldberoemde gebeurtenis vond plaats tijdens de zesde verschijning, toen duizenden mensen bijeen waren. Daar werd het zogenaamde 'Wonder van de Zon' waargenomen: getuigen meldden dat de zon rare bewegingen maakte aan de hemel en fel van kleur veranderde, wat velen als een wonder beschouwden. Tijdens de verschijningen gaf Maria ook drie geheime boodschappen door, die pas jaren later werden onthuld en gingen over wereldwijde gebeurtenissen, het lot van de kerk en de mensheid. De gebeurtenis van Fátima gaf een enorme impuls aan het katholieke geloof, vooral tijdens moeilijke periodes zoals de wereldoorlogen en het communisme. Tegenwoordig is het heiligdom van Fátima een trekpleister voor miljoenen pelgrims en toeristen, die er komen voor gebed, bezinning en om de bijzondere plek te ervaren waar geschiedenis en spiritualiteit samenkomen.

De legende van Pedro en Inês
De namiddag brengt ons naar Alcobaça, waar liefde en tragedie verstrengeld liggen in de graftombes van Pedro en Inês de Castro – een Portugese Romeo en Julia, begraven tegenover elkaar opdat ze elkaar bij de wederopstanding eerst zouden zien. Pedro, de kroonprins van Portugal, werd in 1340 uitgehuwelijkt aan Constança van Castilië, maar werd hevig verliefd op haar hofdame: Inês de Castro, een Galicische edelvrouw. Toen Constança in 1345 stierf, bleef Inês aan het hof, en Pedro begon openlijk met haar samen te leven. Ze kregen samen zelfs kinderen.

Maar het hof, en vooral Pedro’s vader koning Afonso IV, keurde hun relatie af. Inês stamde uit een invloedrijke Castiliaanse familie die vijandig stond tegenover de Portugese kroon, en men vreesde politieke instabiliteit. Ondanks Pedro's aandringen mocht hij niet met haar trouwen. In 1355, tijdens Pedro’s afwezigheid, beval koning Afonso IV de executie van Inês de Castro. Ze werd onthoofd in het klooster van Santa Clara in Coimbra, waar ze onder bescherming verbleef. Deze daad veroorzaakte diepe woede bij Pedro. Dus toen Afonso IV twee jaar later stierf en Pedro koning werd (in 1357), nam hij wraak. Hij liet de moordenaars van Inês arresteren, martelen en executeren – op gruwelijke wijze: hij scheurde hun harten uit, één via de borst, één via de rug. Pedro kreeg hierdoor de bijnaam Pedro de Wrede (Pedro o Cruel).

Volgens de kronieken liet Pedro na zijn troonsbestijging Inês opgraven uit haar graf, zette haar op de troon in het klooster van Alcobaça, en dwong het hof haar de hand te kussen als postuum gekroonde koningin van Portugal. In het klooster van Alcobaça, waar hun praalgraven liggen, rusten Pedro en Inês tegenover elkaar, zodat ze op de Dag des Oordeels als eersten elkaars ogen zouden ontmoeten. Hun graven zijn rijkelijk versierd met gotisch beeldhouwwerk, waarop scènes uit hun leven en de wederopstanding staan afgebeeld.
Dag 4: Nazaré > Óbidos > Bombarral: Kolossale golven en Middeleeuwse straatjes
Vandaag ruiken we de zee in Nazaré, een charmant vissersdorp aan de Atlantische kust van Portugal, beroemd om zijn uitgestrekte stranden, kleurrijke vissersboten en authentieke sfeer. Het dorp heeft zijn traditionele karakter weten te behouden, met smalle straatjes en huizen in zachte pastelkleuren.

Wat Nazaré sinds 2010 echter internationaal bekend maakt, zijn de gigantische golven die in de wintermaanden ontstaan bij het nabijgelegen onderzeese canyon – de Nazaré-grot. Deze diepe kloof zorgt voor de hoogste surfgolven ter wereld, waardoor het dorp een heilige plek is voor professionele surfers uit alle hoeken van de wereld die records breken en spectaculaire wedstrijden houden. Toeschouwers krijgen vanaf de kliffen bij het uitkijkpunt Sítio een indrukwekkend uitzicht op deze kolossale golven. De Duitse surfer Sebastian Steudtner zette in 2020 een nieuw Guinness World Record neer door er een golf van ongeveer 26,2 meter te surfen. We lunchen er heerlijk in een lokaal visrestaurant met zeezicht. Vandaag is de Atlantische Oceaan zo glad als een spiegel terwijl de zon zomers warm schijnt.

Onze volgende halte is het middeleeuwse stadje Óbidos, een doolhof van geplaveide straatjes en witte huizen met felgekleurde randen. De hele stad is omgeven door een indrukwekkende middeleeuwse stadsmuur die je volledig kunt bewandelen. Vanop de muur heb je een prachtig uitzicht over de roodpannige daken van Óbidos, de omliggende velden, wijngaarden en in de verte de Atlantische Oceaan. We wandelen langs de stadsmuren en proeven de befaamde Ginginha-likeur gemaakt van kersen uit een eetbaar chocoladen glaasje. In het hele stadje zijn boekwinkels te vinden – zelfs in kerken en markthallen – wat het een paradijs maakt voor boekenliefhebbers.

Wijn voor een zacht prijsje: het Portugese geheim
Na Óbidos wacht ons een bezoek aan het prachtige wijndomein Quinta do Sanguinhal in Bombarral, waar we kennismaken met de rijke Portugese wijntraditie. Het domein wordt beheerd door de familie Pereira da Fonseca, die al vijf generaties lang wijn produceert in de regio en is een van de oudste distilleerderijen in de regio, met een wijnpers uit 1871. Anna, die deel uitmaakt van de 4de generatie leidt ons in perfect Engels doorheen de 19e-eeuwse tuinen, wijngaarden en de oude distilleerderij en wijnkelders.

Na de rondleiding volgt een proeverij van vijf lekkere wijnen, begeleid door lokale kaas, toast en mini pastéis de nata. Tijdens onze rondreis door Portugal valt het meteen op: de wijn is overal én verrassend betaalbaar. Of je nu dineert in een familierestaurantje in Porto of op een terras zit met zicht op de Dourovallei – een glas uitstekende rode of witte wijn kost zelden meer dan een paar euro. Hoe kan dat? Wel, een belangrijk deel van het antwoord zit in de eenvoud van het systeem. De productie is vaak in handen van kleine familiebedrijven, met lage loonkosten en betaalbare grondprijzen zoals het domein van Ana en haar familie . Het zonnige klimaat zorgt voor stabiele oogsten en minder risico's, wat de efficiëntie ten goede komt. In tegenstelling tot Frankrijk, waar wijn een statussymbool is geworden met bijbehorende prijskaartjes, blijft de Portugese wijnwereld bescheiden en gericht op kwaliteit voor iedereen. Ook marketing speelt een rol. Portugal investeert minder in het internationale imago van zijn wijnregio's. Dat maakt de wijnen buiten de landsgrenzen nog wat ondergewaardeerd, maar houdt ze binnen Portugal net erg toegankelijk. Voeg daar nog aan toe dat Portugezen vooral hun eigen wijn drinken en dat er minder tussenpersonen zijn in de keten van druif tot glas, en je begrijpt waarom je hier voor een fractie van de Belgische of Franse prijs een topfles op tafel tovert. Santé – of zoals ze hier zeggen: saúde!
Dag 5: Lissabon: Alfama, ontdekkingsreizigers en pastel de nata
Lissabon, gebouwd op zeven heuvels aan de oevers van de Taag, is een stad die je niet zomaar bezoekt — je ondergaat haar. De geur van gebrande kastanjes, het geluid van krakende trammetjes en het licht dat danst op kleurrijke azulejos maken van elke straat een beleving.
Ochtend in Belém: poort naar de wereld
Onze dag begint in de wijk Belém, waar de herinnering aan de Portugese ontdekkingsreizen tastbaar aanwezig is. Het imposante Monument der Ontdekkingen, in de vorm van een scheepsboeg, brengt hulde aan de zeevaarders die hier vertrokken om de wereld te verkennen. Niet ver daarvandaan prijkt de Torre de Belém, een sierlijke vestingtoren die ooit waakte over de toegang tot de haven van Lissabon. We bewonderen het bouwwerk vanop de kade, waar de Taag glinstert in het ochtendlicht. Een paar straten verder bezoeken we het Hiëronymietenklooster, een meesterwerk van de Manuelstijl en de plek waar Vasco da Gama voor zijn reis naar India kwam bidden. In de serene kloostergangen lijkt de tijd stil te staan. Hier voel je nog iets van de spirituele en culturele rijkdom van het tijdperk waarin Portugal een wereldmacht was.

Middag in het hart van de stad
Tegen de middag keren we terug naar het centrum. Lissabon leeft, dat voel je op Praça do Comércio, het indrukwekkende plein aan het water, omzoomd door gele arcades en open naar de Taag. Via de elegante Rua Augusta, met zijn levendige straatmuzikanten en terrassen, wandelen we naar het Rossio, een van de meest iconische pleinen van de stad. Hier mengen we ons tussen de locals, de golvende mozaïektegels en de geur van verse visgerechten. We nemen de tijd voor een kleine pauze in een van de cafés van Chiado, de stijlvolle wijk vol boekhandels, kunstgalerijen en designwinkels. Een warme pastel de nata, bestrooid met kaneel, en een sterke espresso vormen een kleine maar memorabele maaltijd. Dit is Lissabon op haar best: eenvoudig, maar vol karakter.

Namiddag in de Alfama: het oude hart
In de namiddag duiken we de Alfama in, het oudste deel van de stad, ontstaan nog voor de Moorse overheersing, en als een van de weinige wijken grotendeels gespaard gebleven tijdens de verwoestende aardbeving van 1755. Daardoor voel je hier nog het middeleeuwse stadsweefsel: smalle straatjes, trappen die nergens heen lijken te leiden, plotselinge doorkijkjes op de Taag, en huizen die over elkaar heen lijken te hangen. Wat Alfama zo bijzonder maakt, is niet alleen de historische setting, maar vooral de ziel die er in de muren hangt. Hier leven mensen nog écht in hun wijk. Je hoort kinderen spelen op de trappen, ruikt de bacalhau à Brás uit openstaande keukendeuren, ziet oude dames in gebloemde schorten een praatje maken over het wasgoed heen en uit open ramen klinken hier en daar de melancholische klanken van de fado. Wie goed te been is, klimt tot aan het Castelo de São Jorge, dat over de stad uitkijkt. Vanop de muren heb je een panorama dat je de adem beneemt: de oranje daken, de kronkelende Taag, de bruggen in de verte.

Dag 6: Cabo da Roca > Sintra: Het einde van Europa en het begin van een sprookje
Na het ontbijt rijden we naar Cabo da Roca, het westelijkste punt van het Europese continent. Hier botsen aarde en oceaan in al hun ruigheid. Hier eindigt Europa letterlijk in een afgrond: de kliffen storten zich meer dan 140 meter diep in de Atlantische Oceaan, waar schuimende golven onophoudelijk beuken tegen de rotsen. De vergezichten over de Atlantische Oceaan zijn overweldigend. Bij helder weer zie je kilometers ver. 10 meter verder staat een eenzame vuurtoren. Op dit westelijkste punt van het Europese vasteland, op 140 meter boven de zeespiegel, trotseert hij wind, mist en zeezout sinds 1772. De Farol do Cabo da Roca is nog steeds in gebruik. Hij werd in zijn huidige vorm herbouwd in de 19e eeuw en kreeg later een elektrische lamp met een bereik van wel 48 kilometer. Zijn felle licht blijft vandaag de dag een baken voor schepen die de ruige Portugese westkust naderen — een gebied dat niet voor niets bekend staat als gevaarlijk, maar ook indrukwekkend mooi.

Daarna gaan we op weg naar Sintra, een stad die lijkt te zijn weggelopen uit een sprookje — een plek waar mistige heuvels, weelderige bossen en extravagante paleizen samenkomen . Gelegen op slechts 30 kilometer van Lissabon, is Sintra eeuwenlang het toevluchtsoord geweest van koningen, kunstenaars en romantici, en dat voel je aan alles. Geen wonder dat Lord Byron, de invloedrijke Engelse dichter werd aangetrokken door Sintra vanwege de romantische sfeer, de ruige natuur en de historische mystiek van de plek. Voor hem was Sintra het perfecte decor voor de idealen van de Romantiek. We bezoeken er het Koninklijk Paleis, met zijn kenmerkende schoorstenen en rijk gedecoreerde zalen. De twee schoorstenen zijn kegelvormig en elk ongeveer 33 meter hoog. Ze torenen als witte torens boven het paleis uit en zijn zichtbaar vanuit zowat elk punt in Sintra. Door hun opvallende silhouet zijn ze hét herkenningspunt van de stad geworden. Ondanks hun elegante vorm waren ze puur functioneel: ze dienden als afvoer voor de rook van de gigantische keukens van het paleis. Binnen in het paleis kun je die middeleeuwse keuken nog steeds bezoeken — een indrukwekkende ruimte met grote open haarden en spitconstructies voor koninklijke banketten.

Dag 7: Coimbra: Studentenstad van zwarte capes
Vandaag staat Coimbra op het programma, eens de hoofdstad van Portugal en nog steeds een trotse universiteitsstad. We wandelen door de Almedina, het oude stadsdeel, bezoeken de beroemde Universiteit van Coimbra en genieten van de barokke pracht van de Biblioteca Joanina, een van de meest indrukwekkende barokbibliotheken van Europa. Gebouwd tussen 1717 en 1728 in opdracht van koning João V, weerspiegelt de bibliotheek de rijkdom en culturele ambities van het Portugese rijk tijdens de Verlichting. Ze stond ook model voor de bibliotheek in de Disney-film Beauty and the Beast (Belle en het Beest).

Wie je er ook tegen het lijf loopt zijn de studenten in hun lange, zwarte capes die statig door de straten van de oude stad wandelen. Deze cape — onderdeel van de traditionele academische klederdracht — is veel meer dan een uniform. Ze symboliseert de trots, het verleden en de verbondenheid met de eeuwenoude universiteit. Tijdens plechtigheden, serenades of zelfs zomaar op een doordeweekse dag zie je studenten hun cape met waardigheid dragen, vaak versierd met linten of herinneringen aan vriendschappen en liefdes. De stof mag niet zomaar worden gewassen; elke vouw en elke draad draagt verhalen met zich mee. Voor buitenstaanders roept het beelden op van Harry Potter, maar hier is het geen fictie — het is levende traditie, gedragen met eerbied. Je zult de studenten ook de fado horen zingen, vaak 's avonds laat, op pleinen of onder vensters. Anders dan in Lissabon is de fado hier plechtig en intellectueel. Luisteren naar fado in Coimbra is als een glimp opvangen van de ziel van Portugal.
Dag 8: Fátima > Porto > Brussel: Terug naar huis
Afscheid nemen van Portugal doen we zoals steeds met de woorden van de schrijver Jack Kerouac: ‘Leef, reis, ga op avontuur, wees dankbaar en heb nergens spijt van.’ En zo is het maar net. Portugal heeft zijn ziel laten zien, en wij keren huiswaarts met een stukje daarvan in ons hart.
Tekst: Dirk Selis - Foto’s: Erika Hellings
Wie deze reis wil boeken De Blauwe Vogel
Lees ook: The Grand Tour
Lees ook: Op Jacht naar het Noorderlicht
Commentaires