Het Truiens kind heeft 1.514 euro méér schuld bij geboorte.
Groot nieuws: de eerste zaterdag van december wordt er weeral een lange stok in de grond gestoken op de Grote Markt. Ik ga kijken als hij hier aankomt. Hopelijk vertelt de camioneur mij hoeveel die 'frats' ons weeral gekost heeft. Want naar aloude gewoonte wil het 'Stadsbastion' niets zeggen. De reden van dat kinderachtig zwijgen is duidelijk: ze durven de prijs niet meedelen."
Ge moet de katjes pitsen in het donker zo redeneren zij. Maar wat hebt ge nu aan zo'n stok? Denken ze nu echt dat dien den de koopkracht van de gaande man zal verdubbelen? Die gaande man heeft andere zorgen dan naar zulke 'steel' te gapen. Zet de ganse stad vol met dode kerstbomen, de 'schellekes' van de winkeldeuren zullen daarom niet dikwijler rinkelen. Lampjes en bomen bieden 0,0 meerwaarde en brengen honderdvoudig méér verarming. Dat zijn allemaal blikvangers, bliksemafleiders: voeder de mensen Kerstsfeer, uit de bol gaan met Carnaval, megafuiven of festivals, dàt is hun valium, dàt is hun pijnstiller. En achter de schermen zullen wij, politiekers, ze tot op het bot uitpersen. Paaien en graaien, zalven en pitsen, ge moet de armoedekaart zien, dan weet ge genoeg. In gans Limburg is er maar één stad donkerrood, maar dan héél donker, tegen het zwart af: de Hoofdstad!
Een vriendelijke hand bezorgde mij deze, zo trefzeker geformuleerde tekst: "Wat is het verschil tussen een kind dat geboren wordt als Truienaar en eentje als Nieuwkerkenaar ? Het Truiens kind heeft 1.514 euro méér schuld bij geboorte."
Stijf van de schrik, antwoordt het Stadhuis op geen enkele van onze vragen meer. En de politiek is zo heimelijk geworden dat Trudocs soms dagenlang zonder schandalen zit. Per geluk hebben we onze trouwe klokkenluiders. Dat legertje groeit gezapig aan. Dank zij hen zitten de schepenen én de coalitie met een hoop 'mollen'. En mollen werken ondergronds. De meerderheid heeft ze goed opgeleid: zij werken ook in het geniep. En de politiekers zetten maar vallen uit. Die val heet 'spreekverbod'. Spijtig voor hen, en goed voor de bink: die vallen gaan niet af!