top of page
t_high.png

De Wereld van Tony De Voeger: "Daar waar de revolutie in het ossenvet danst"

ree

Hij kijkt door het raam naar een vrouw die aan frituur 't Park een Bickyburger bijt. Naast haar staat een weldoorvoede man die, aan zijn wangen te zien, vloeibaar asfalt door een rietje zuigt.

 

De man die door het raam van de frituur kijkt, doet dit zo'n zeven keer per week. Hij noemt het op frituursafari gaan. Vanuit ramen en portieken, vanaf bushaltes en overkappingen kijkt hij naar de mensen die zich niet vies of schuldig voelen als ze in drie minuten tijd twintig kipnuggets met cocktailsaus verorberen.

 

Hij heeft respect voor deze mensen, want ze zijn de laatsten der Mohikanen. Dit zijn wellicht de laatste personen die nog nergens in geloven.

 

De man staart naar een tiener die in een hoekje van de frituur zit. De jongen rangschikt zijn frietjes van mooi naar lelijk. De lelijke frieten stopt hij onmiddellijk in zijn mond. De mooie frieten legt hij op tedere wijze terug in het kartonnen bakje. Deze tiener koestert eerbied voor de alledaagse verfijndheid. Pas als alle lelijke frieten op zijn, trekt hij het bakje met mayonaise dichterbij en kan het feest echt beginnen.

 

De frituurvoyeur eet al een jaar geen frietjes meer. Om eerlijk te zijn eet hij bijna niets meer. Zijn vrouw leest veel vrouwenbladen en bij vrouwen die veel vrouwenbladen lezen, gaat het vroeg of laat een keer verkeerd in het hoofd.

 

Hij merkte het aan haar manier van boodschappen doen. Ze haalde opeens geen brood meer. Geen melk. Geen boter. Geen confituur. Zelfs geen hesp. Alles wat hem gelukkig kon maken, kwam het huis niet meer in. Suiker, bier, chips. Laatst maakte zijn vrouw witte kool met rijst. Toen hij in de kookpot keek, hoorde hij op de achtergrond hoe zijn smaakpapillen zich met behulp van een handgranaat van het leven beroofden.

 

En hij snapt zijn vrouw wel hoor. Ook hij wil oud worden. Zo oud als mogelijk is worden.


"Ook hij wil zien hoe zijn achterkleinkinderen niet gaan studeren, maar toch 8.000 euro per maand zullen verdienen door het online zetten van filmpjes waarin ze vetverbranders en koude smoothies promoten. Hij wil die dingen echt meemaken. 

 

Ook hij wil erbij zijn als zijn kleindochter voor de zesde keer trouwt. Maar soms, heel soms, wil hij gewoon vroeg, maar gelukkig sterven. Misschien volgend jaar. Ergens in februari. Op een parkeerplaats langs Frituur 't Park, stikkend in het fenomenaalste, hemelse en allermooiste meest oogverblindende frietje. 

 

De man kijkt naar het meisje dat achter de koeltoog staat. Ze draagt een zonneklep. Binnen schijnt geen zon, maar zij draagt een zonneklep. Alsof ze wil zeggen dat de zon ­altijd schijnt in haar frituur. Of ze draagt die zonneklep vanwege de mooie blinkende vette huid van sommige klanten.

 

Soms als hij naar die gezellige frieteters kijkt, raakt hij enigermate opgewonden. Nauwelijks, dat wel, maar toch voelt hij iets gloeien als iemand (man of vrouw) in een plat stuk vlees bijt waarvan niemand de herkomst kent. 

 

Hun ongehoorzaamheid enthousiasmeert hem. De frituur is een bordeel voor hem geworden. Een plaats van opstand. Daar waar de ­revolutie in het ossenvet danst. Daar waar de kinderen van satan en lucifer hun kinderboxen gaan halen. De man kan er alleen nog maar van dromen. 

 

Hij droomt van de plaats waar hij met de eetduivel kan dansen en niemand naar hem kijkt. Een plaats waar hij kan eten en niemand hem ziet zitten.

 
 
 

Comments


bottom of page