top of page
t_high.png

De wereld van Tony De Voeger: "Isis schotels kennen absoluut geen haast"

ree

Mijn vader weet nog precies waar hij was toen John Lennon stierf, mijn moeder zaliger wist nog precies waar ze was toen Kennedy doodging. Kennedy stierf namelijk op exact dezelfde dag als haar moeder.


Bizarre gebeurtenissen en dagen die je nooit vergeet. Dagen die bijblijven. Iedereen heeft dat wel. Ik weet bijvoorbeeld nog precies hoe het was toen ik voor de eerste keer in mijn leven Isis at. 

 

Het was op een zondag. Of op een zaterdag. Dat kan ook. STVV had net gevoetbald. Thuismatch. En gewonnen denk ik, want waarom zou mijn vader me anders willen belonen? “Heb je ook honger? Ik trakteer.” zei hij. Hij wees naar de lelijkste vitrine die ik ooit had gezien en niet veel later trokken we de deur open.

 

Vergeelde tafels met geel verbloemde tafellakens. Enkel een streepje voetbalblauw leek te ontbreken. Er lagen boeken met een keuzelijst van de gerechten, maar er werd niet in gekeken. Vader was geen fan van spijskaarten en bestelde. Twee kokendhete bergen vlees begroeten ons met dampende wolkjes. Na de eerste hap zocht ik oogcontact met mijn vader, hij knikte, want mijn vader wist dat mijn leven na deze shoarmaschotel nooit meer hetzelfde zou zijn.

 

Perfecte warme droogsappige heilzaamheid, dat proefde ik. En die Provençaalse saus. Mensen, die saus… Wetenschappers vragen zich nog altijd af hoe de Egyptenaren erin slaagden hun piramides te bouwen, ik daarentegen vraag me al dertig jaar af hoe die mannen van de Isis hun Provençaalse saus maken. De volgende ochtend, toen ik wakker werd, voelde ik dat er nog Isis in mijn lichaam zat. Dat is ook zo fijn aan dat eten daar. Het kan een paar dagen bij je blijven. Isis schotels kennen absoluut geen haast. 

 

Ik weet nog goed dat mijn vader een keer aan het werken was op de Gorsemweg tegenover de oude Sint-Ritaschool, en dat mijn moeder en ik de stad in reden. We gingen op bezoek bij een oude tante die in de Lepelstraat woonde. In een huisje zo klein, dat je altijd heel goed moest opletten om niet met je hoofd tegen de horizontale deurbalk aan te lopen.

 

Toen ik langs de hoek van de Clockemstraat reed, zag mijn moeder de witte camionette van mijn vader staan. Moeder wist genoeg. “Zet u hier maar eens rap aan de kant Tonyke.” We stapten uit en liepen naar de Isis toe. Daar stond mijn vader op zijn werkschoenen. Hij stond aan de toog en wou net zijn eten bestellen.

 

"Wat doe jij hier Roger? Ik heb godverdomme wel stoofvlees gemaakt speciaal voor jou!” schreeuwde mijn moeder. Mijn vader hield wijselijk zijn mond. “Ik dacht trouwens ook dat je langer moest werken vandaag?” Tien minuten later zaten we met z'n drieën aan een tafel met een geel verbloemd tafellaken. Er waren die dag geen discussies meer. En allemaal hadden we een kokendhete berg vlees met dampende wolkjes. Toen moest die Provençaalse saus nog komen. 

 
 
 

Opmerkingen


bottom of page