De Wereld volgens Tony De Voeger: "Zwaluwen op de Paddegracht"

Een zwaluw op de Paddegracht. Twee verliefde konijnen die door het Speelhof lopen alsof de stad hun eigendom is.

Op het plat dak van de buurman ligt een grote regenplas waarin twee duiven een bad aan het nemen zijn. Het in bad gaan ziet er bijna als dansen uit. Ze steken de ene vleugel in de lucht en duwen de andere vleugel onder water en daarna steken ze de natte vleugel in de lucht en de nog droge vleugel in het regenwater. Als allebei de vleugels nat zijn, wapperen ze de vleugels droog, maar de rest van hun gevederde lichaam nat. Ik kan er uren naar kijken.

Laatst schreef ik op X dat ik al vier dagen naar een mooie foto aan het kijken was. Zeker twintig mensen zeiden dat ze me niet geloofden. De volgende vier dagen keek ik ononderbroken naar hun ongeloof. Een man uit Alken zei dat ik een triestig leven had. Een vrouw uit Gingelom zei dat ik weer gezopen had en dat ik beter werk zou zoeken. Ik keek een paar seconden naar de blokkeerknop en daarna blokkeerde ik de man en de vrouw. We zijn nu drie weken verder en ik mis de ongelovigen niet. Ik heb het cynisme nog nooit in een regenplas zien dansen.

Naast het dak van de buren staat een boom. Ik weet niet wat voor soort boom het is, maar ik zou er graag een keer in klimmen. Maar er wonen vogels in. Ik wil ze niet storen. Ik weet niet wat voor soort vogels het zijn, maar ik zou graag een keer samen met ze zingen. Soms zijn ze weg en dan zitten er opeens andere ­vogels in hun nest, alsof hun nest op Imanex te huur staat. Eksters met reiskoffers. Kraaien zigzaggend op rolschaatsen.

Als ik dieren in de stad zie, weet ik dat het wel goedkomt met Sint-Truiden. Zolang er dieren zijn, is de stad nog bewoonbaar. 

Een huismus op een bushokje. Een zwaluw op de Paddegracht. Twee verliefde konijnen die door het Speelhof lopen alsof de stad hun eigendom is. Een kat die de vuilzakken opentrekt in de Spaansebrugstraat. Een wesp die in het blikje Red Bull van een scholier verdwijnt en zes weken niet kan slapen. Een straathond in de Duifhuisstraat die achter een fietser aanloopt. Twee dames van lichte zeden met een bruine chihuahua richting Luikersteenweg, gevolgd door hun pooier met twee rottweilers. In de Plankstraat zag ik een windblaas met een windhond.

Vorig jaar was ik een week op hotel in Brussel in de buurt van het Vossenplein. Gedurende mijn verblijf liep ik een keer van de Marollen terug naar mijn hotel. Opeens stond ik oog in oog met een vos. Het beest was overduidelijk oranje, en toch bleef ik staan. De vos rende een steegje in en verdween tussen de bakstenen die voskleurig waren. Ik wilde het beest achtervolgen en aan hem vragen waarom hij in de stad woonde. Maar ja, de vos woonde al in Brussel toen Brussel nog geen Brussel was. Eigenlijk had die vos aan mij moeten vragen wat ik daar deed.

Als ik zie dat dieren zich staande weten te houden in de stad, weet ik dat ik me staande kan houden in de stad. In de avond kijk ik naar een dwergvleermuis die door het Begijnhof vliegt. Het beestje is net zo groot als een stripje Dafalgan. Het plukt de muggen uit de lucht. Het is stil in de stad.

Achter frituur Veemarkt zijn twee duiven frieten met stoofvlees aan het eten. Het komt wel goed met Sint-Truiden.