
Het dodelijk drama op de school voor volwassenenonderwijs in het Zweedse Örebro deed me onmiddellijk denken aan een boek dat ik vorig jaar las, dat handelde over een tiener die luisterde naar de naam Sylvain.
Een tumor in zijn schedel was de oorzaak dat Sylvain nog maar enkele weken te leven had. Sylvain kreeg dus niet meer de tijd om nog een fatsoenlijk mens te worden, en daarom besloot hij om de hemel vroegtijdig te veroveren in zijn bloedrode auto. Sylvain sloeg vrijwel meteen na de diagnose aan het moorden.
De schaduwkant van een misvormde ziel. The dark side of the moon. Jeffrey Dahmer. Ted Bundy. Jack the Ripper. Dit zijn namen van mannen, die zo vreselijk slecht waren dat Lucifer in de diepste krochten van de hel z’n ogen sloot. Dwalingen van de natuur, verborgen in een rechtopstaand zoogdier. Ze intrigeren mij enorm. Zo heb ik ooit gedurende een vakantie in Spanje het 1500 pagina's tellende manifest van Anders Breivik gelezen. Slurpend aan een ijskoude San Miguel las ik de woorden van een krankzinnige Noorse zonderling. Ik weet nog goed dat M. de Libelle las. Ze las een artikel over de nadelen van glitterende panty's en ondertussen leerde ik hoe ik bommen van kunstmest moest maken en over de met kruiden gevulde gin-tonics die Breivik dagelijks consumeerde. Dat ik die mensen probeer te begrijpen, wil trouwens niet zeggen dat ik die mensen bewonder. Iets lezen of je ergens in verdiepen, is helemaal niet hetzelfde als iets goedkeuren. Waarom doen mensen de dingen die ze doen?
Vampiers kunnen in vleermuizen veranderen, daar zijn zelfs de meest mythische films over gemaakt. Rupsen worden vlinders, dat begrijp ik volkomen. Maar wanneer wordt een medemens onmenselijk? Vorig jaar werd de 19-jarige Sebastian opgemerkt, toen hij met het hoofd van zijn 29-jarige zus door de straten van Quiroga in Mexico wandelde. Het naakte lichaam van de arme vrouw lag een paar straten verderop achter een struik. In Engeland was er een tijdje geleden een rechtszaak tegen twee tienermeisjes. Uit pure verveling hadden ze twee buurmeisjes van dertien en van veertien, doodgemarteld met bamboestokken, de poot van een keukentafel, een verlengsnoer en de scherven van een vaas. Iemand gewoon doodmaken (als dat al bestaat) is kennelijk niet meer genoeg, want sommigen zijn van moord een soort kunstvorm aan het maken. Abstracte bloederige kunst. Jackson Pollock deed het met een handzaag en een ijspriem.
Zo nu en dan stel ik mezelf de vraag of ook ik iemand zou kunnen vermoorden. Vaak stel ik mezelf deze vraag na een bizarre droom die telkens bij me weerkeert. Een man breekt binnen in ons appartement. Hij is minstens twee meter groot en draagt een hoed. Onze laminaatvloer kraakt. De honden bekijken hem vanuit hun mand maar reageren niet. Hij loopt langs de televisie, hij laat de computer staan en ook mijn portefeuille op het salontafeltje laat hij onaangeroerd. Nu komt hij onze slaapkamer binnen, hij is niet geïnteresseerd in de gouden ring van M. die op het nachtkastje ligt. Deze man is hier niet om ons te bestelen. Het lemmet van een slagersmes glinstert in het maanlicht. Ik ontwaak in de gevangenis. Vier gedetineerden kijken mij vol bewondering aan.
“Wat heb ik verkeerd gedaan?" vraag ik. “Je hebt twaalf schroevendraaiers in iemand z’n buik gestoken.” Ik huil en voel me schuldig. “Hoe kwam ik nu in hemelsnaam aan twaalf schroevendraaiers?” Ik word wakker in mijn bed. M. kijkt mij liefdevol aan. “Gelukkig ben je eindelijk uitgesnurkt voeger, ga dadelijk maar met de hondjes wandelen. Ze zitten al een paar uur op je te wachten.”
Verveeld begint ze me vervolgens door m’n borsthaar te strelen, en ik vraag me toch stilletjes af, of het niet beter is om in de handen van een moordenaar te geraken dan in de dromen van een bronstige vrouw.
Comments