Hoe zou ‘t nog zijn met Jaap het schaap ?
dacht Jos ….. vanuit zijn winterslaap of met die ezel die niets zei en steeds maar smoelen trok naar mij ?
Of met dat manneke in die kribbe
die piano speelde op mijn ribben
en mij voortdurend bleef belagen
met van die ambetante vragen
wie nu zijn vader was geweest :
die timmerman of d’heil’ge geest ?
Och kom, ik kan toch niet meer slapen :
‘k zal mij maar eens naar ginder dragen
‘t is simpel : ‘k volg die ster uit ‘t oosten
zodat ik daar straks méé kan toosten
MILJAAR het sneeuwt, geen ster te zien hoe geraak ik bij Jef en Marie ?
‘k kom amper van mijn hooitapijt
en ik ben al het noorden kwijt !
Amai, dat valt hier vrees’lijk tegen
op al die ondersneeuwde wegen
en hoe vind ik hier nu begot
de weg naar die fameuze grot ?
‘k ben moe, ‘k heb kou en ik ben stijfover geheel mijn ossenlijf
kom Jos, probeer u te vermannenstraks kunt ge u daar goed ontspannen !
En ziet, een engel daalde neder
zwikzwakkend op een lichte veder
lichtend met een brandende toorts
dreef zij mij in het duister voort
Daar doemde in een helle gloed
een toffe keet mij tegemoet
onder de rode lampionnen
schonk Jozef mij een paar drankbonnen
Zo schoof ik aan voor het feestmaal naast herder, koning, kardinaal,
voorzien van teljoor en bavet
naderde ik het warm buffet
Plots werd ik op mijn rug geklopt
en van ‘t verschieten en de schok
viel, door het toedoen van de paus,
mijn tong in de madeirasaus !
Stop ze maar snel tussen de kaken
en laat het u allemaal smaken!
Commenti