top of page
t_high.png

Waar ligt de grens tussen informatie en propaganda?

ree

Van Hillary Clinton tot Ludwig Vandenhove: wanneer politici hun e-mailadres strategisch inzetten


E-mails lijken onschuldige tools, maar in de politiek kunnen ze veel meer verraden dan louter communicatieroutine. De keuze van een adres, publiek of privé, bepaalt mee hoe transparant een politicus werkt, en of hij zijn mandaat gebruikt in het belang van de burger of van zichzelf.


Van Washington tot Brussel

Het bekendste voorbeeld blijft Hillary Clinton, die als Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken haar privéserver gebruikte voor officiële communicatie. Wat begon als een praktische gewoonte, groeide uit tot een nationale rel over staatsveiligheid en openbaarheid.Ook Boris Johnson kreeg in het Verenigd Koninkrijk een tik op de vingers toen bleek dat hij via Gmail gevoelige Covid-communicatie voerde. In Frankrijk werden de MacronLeaks een symbool van hoe kwetsbaar persoonlijke accounts kunnen zijn in een politiek ecosysteem dat draait op informatie en vertrouwen. Dichter bij huis zijn er gelijkaardige discussies. Bart De Wever gebruikte in zijn beginjaren als burgemeester van Antwerpen zijn persoonlijk adres voor stadszaken. En federaal staatssecretaris Sarah Schlitz (Ecolo) kwam in opspraak toen organisaties die subsidies van haar kregen verplicht werden om haar persoonlijke logo op hun communicatie te zetten – een vorm van politieke personalisering die uiteindelijk leidde tot haar ontslag.


De omgekeerde beweging in Sint-Truiden

In Sint-Truiden speelt zich een spiegelbeeldscenario af. Burgemeester Ludwig Vandenhove (Vooruit) gebruikt zijn officiële stadsadres – met de extensie @sint-truiden.be – om burgers aan te sporen zich in te schrijven op zijn persoonlijke nieuwsbrief. In die nieuwsbrief deelt hij politieke standpunten, kritiek op tegenstanders en partijgebonden meningen. Wat elders vaak de kritiek is op het vermengen van privé en publiek, wordt hier omgekeerd: een publiek e-mailadres wordt ingezet voor persoonlijke politieke communicatie. Een burgemeester spreekt met het gezag van de stad, niet van zijn fractie. Wanneer datzelfde stadsdomein gebruikt wordt om persoonlijke of partijpolitieke boodschappen te verspreiden, lijkt het publieke instrument plots een propagandakanaal.


ree

De mailbox als machtsinstrument

Het voorbeeld toont hoe dun de grens is tussen informatie, imago en invloed. Waar Hillary Clinton zich verdedigde met het argument van “gemak”, en Sarah Schlitz met “onbedoelde symboliek”, lijkt het bij Ludwig Vandenhove vooral een bewuste strategie om zijn digitale zichtbaarheid als burgemeester te koppelen aan zijn persoonlijke politieke merk.

Een mailbox is vandaag meer dan een communicatiemiddel, het is een machtsinstrument. En net daarom was de vraag van Patrick Van Parys (Vlaams Belang) tijdens de laatste gemeenteraad legitiem: van wie is dat adres eigenlijk: van de politicus, of van de burger die hem betaalt?

 
 
 

Opmerkingen


bottom of page