Zonnig weertje vandaag. Daarom tufte een ontspannen eerste schepen Jelle Engelbosch (N-VA) met zijn groene oldtimer naar het Stadskantoor om wat werk te verrichten. Dat je met jouw oldtimer niet mag gaan werken, was de schepen wellicht vergeten.
Doorgaans wordt een auto als een oldtimer beschouwd als hij 25 jaar of langer geleden voor het eerst werd ingeschreven. Vanaf 2022 werd die grens 30 jaar. Nu zitten we in een overgangsperiode. In 2020 is een voertuig een oldtimer als het 28 jaar geleden in het verkeer kwam, in 2021 is dat 29 jaar. Dat etiket is belangrijk. Voor oldtimers geldt een voordelige forfaitaire verkeersbelasting. Vraagt u voor een oldtimer ook een O-plaat aan,
dan kunt u profiteren van een interessante verzekeringspremie. Voertuigen met een O-plaat mogen wel niet worden gebruikt voor het woon-werkverkeer.
De sympathieke kapper Mo op de Gorsemweg mocht dat aan 'den lijve' ondervinden. De immer vlijtige Truiense verkeerspolitie stond begin maart als een havik op de uitkijk om de kapper te betrappen wanneer die eens met zijn oldtimer kwam werken. Met, of wat dacht u, een fikse boete tot gevolg. 'Dura lex sed lex' weet schepen Jo Francois dan. Bij Trudocs vragen we ons dan hardop af of de politie niets beter te doen heeft, maar 'thats a matter of opinion.'
Gelijke rechten?
Waar we wel heel stekelig van worden is wanneer de wet niet voor iedereen gelijk blijkt te zijn. Waarom vliegt Mo wel op de bon en Jelle die zich ostentatief voor het Stadskantoor parkeert, niet? Heeft een lid van het schepencollege in deze stad dan meer rechten dan een kapper. Leden van het Truiense schepencollege mogen ongestoord voorkruipen, hun geitjes niet laten ringen, zwartwerken, stadsauto,s in de prak laten rijden, gronden onderhands kopen, grond verkrijgen, wildparkeren. De gewone Truienaar mag weer eens in zijn buidel tasten wanneer hij een minuut te laat komt bij zijn geparkeerde auto.
Hoelang nog?
We vroegen schepen Jelle Engelbosch om een reactie, maar die kwam er niet.